top of page

Claude DUMONT werd in 1938 in Metz geboren.

Hij brengt zijn kinderjaren door in het Franse departement van Meuse en zijn ouders schrijven hem in op de ENP, de school voor beroepsstudies van Metz, voor een opleiding als technisch tekenaar. Wanneer hij 15 is, wordt hij getroffen door de eerste symptomen van tuberculose, waardoor hij zijn studies moet stopzetten om twee jaar lang verzorgd te worden in het sanatorium van Villers Cotterêts. Daar ontmoet hij veel Parijzenaars en hij vraagt zijn ouders om inschrijving in de school voor modetekenen in Parijs, bij Mademoiselle Bazot. Wanneer hij 19 is, doet hij 28 maand militaire dienst in Algerije bij de parachutisten van de rode baretten.

 

Na zijn afzwaaien begint hij te werken bij diverse haute couture modehuizen, zoals Daniel Hechter en Balenciaga, en bij de tijdschriften Tout savoir en Guérir.

Maar hij wordt gecontacteerd door een kameraad uit het leger die zijn tekentalent had opgemerkt en die hem aan het werk zet op het Place du Tertre van Montmartre, waar hij onmiddellijk succes oogst met het tekenen van straatkinderen, de zogenaamde Poulbots (kleine anekdote: in een maand tijd slaagt hij erin zijn eerste wagen af te betalen, een Triumph). Zijn eerste schilderijen zijn gesigneerd C. Demange.



Na een escapade van twee jaar in Amsterdam keert hij terug naar Montmartre om uitsluitend in zijn atelier te werken. Elke morgen klimt hij de heuvel op om zijn doeken aan zijn beide verkopers aan te leveren. Hij woont in de Rue Girardon tegenover Gen Paul, met wie hij natuurlijk omgang heeft.



In de gemoedelijke omgeving van Montmartre ontmoet hij Bernard Buffet, Dalida, Jean Marais, Francis Lai, Roger Pierre, Jean Amadou in gelegenheden als Chez ma Cousine, Chez Toto of Au Pichet, waar alle kunstenaars van Montmartre elkaar treffen. Zijn talent trekt de aandacht van Monsieur Closen, de eigenaar van de Galerie du Chevalier, die hem vraagt werken te leveren voor een tentoonstelling, maar gesigneerd C. Lorrain. Hij decoreert de plafonds van brasserie La Crémaillère op het Place du Tertre. Roger, de eigenaar van restaurant  La Pomponette koopt verschillende werken van Claude.

 

Enkele jaren later doet André Roussard in de Rue du Mont-Cenis een beroep op hem voor de Japanse markt.

Een belangrijke Zwitserse galerie vertegenwoordigt hem voor zijn clowns in groot formaat.



Maar in 1981 wordt hij benaderd door Gilles Hubert die hem de naam Claude DUMONT oplegt en hem laat opnemen in gidsen met de noteringen van kunstenaars, wat onmiddellijk succes oplevert in de verkoopzalen. Voortaan behoort hij samen met andere beroemde schilders tot de stal van Gilles Hubert en ontmoet kunstenaars als Henry d’Anty, Henri Stenn, Pierre Grisot, Denis Canut, Jean-Bernard Trotzier, Eugène Begarat, Claude Mourier, Jean-Pierre Dubord, Kimiyo Masuda, Georges Ferro La Gree en vele anderen.



In 1993 overlijdt Henri Stenn en houdt Gilles Hubert ermee op als agent voor kunstenaars. Uiteraard gaat Claude DUMONT door met exposeren in galerieën. Hij specialiseert zich in thema’s die geen geheimen meer hebben voor hem, zoals de Clowns, Pierrots en Harlekijnen, de gezichten van Paris of Venetië... Hij maakt veel specifieke schilderijen over zijn geboortestreek, het Franse Lorraine, maar ook van een heleboel Franse steden. Het is immers maar weinig kunstenaars gegeven om bijvoorbeeld het Place Stanislas in Nancy of de kathedraal van Metz op doek te kunnen zetten.

 

 

    bottom of page